Runderlever, Champignons en Puree

Schil de aardappelen en kook ze gaar in water met een snuifje zout. En kruid ondertussen de lapjes runderlever langs de beide zijden met peper en wat zout.

Verwarm de oven voor op ongeveer 80 °C. Dit is nodig om de runderlever zo meteen warm te houden terwijl je de saus maakt.

Smelt een klont boter in een ruime braadpan op een middel hoog vuur. Schenk er een beetje olijfolie bij, zodat de boter niet snel kan verbranden.

Wanneer de pan flink heet is, leg je de lapjes lever in de pan. Draai ze na zo’n 2 minuten om. Nog een paar minuten later neem je het vlees voorzichtig uit de pan. Leg de lapjes runderlever op een vlakke schaal en schuif ze in de voorverwarmde oven. Hou ze warm terwijl je de saus bereidt.

Maak de kastanjechampignons goed schoon en snij deze in kwartjes. Pel de uien, snij ze overlangs in twee en vervolgens in fijne halve ringen.

Giet het braadvet uit de pan waarin het vlees gebakken is en smelt er een vers klontje boter in.

Bak de paddenstoelen bruin in de hete pan. Schenk een beetje extra olijfolie in de pan en voeg vervolgens de halve uiringen toe. Laat de uien enkele minuten meestoven. Pel tussendoor de knoflook en plet de teen tot pulp. Roer de pulp doorheen de paddenstoelen en de uien in de bakpan.

Ga door tot de paddenstoelen een goudbruin kleurtje krijgen. Roer de inhoud af en toe even door elkaar.

Bepoeder de hele inhoud van de pan met een dun laagje bloem. Roer en laat de bloem kort meebakken. Door deze techniek zal de saus met paddenstoelen straks beter binden.

Schenk nu de rode port in de pan en laat de alcohol weg pruttelen. Schenk vervolgens de balsamico in de pan. Roer en proef of de smaken van de zoete port en de mild-zure balsamico in balans zijn. Voeg naar smaak wat peper en zout toe.

Plet de gekookte aardappelen met de pureestamper. Voeg het ei, de melk en de boter aan toe. Kruid de aardappelpuree met de nootmuskaat en wat zout.

Snijd als laatste de blaadjes peterselie zo fijn als je kan en garneer hiermee vervolgens de maaltijd.